fotografie: ©Pepijn Leupen
Lief van je
Lief van je
je gaat alleen verder
mij in een plasje liefde
achterlatend.
Lief van je
ik zie je nog glanzen
glanzend loop je je eigen
onheilspellende verte tegemoet.
Lief van je
dat je me niet meeneemt.
Lief van je
dat je me hebt laten weten.
Lief van je
dat ik het vaandel verder mag dragen.
Lief van je
dat je me niet verteld hebt
waarnaartoe en hoe
Over de belangrijkste mensen
Gelukkig schrijft men
over de belangrijkste mensen
geen gedichten
zij zijn onopgemerkt als een hooiberg
om altijd in te slapen
als een boodschappentas
die je dagelijks bij je draagt.
Zij zijn het die je altijd vergeet
dankjewel te zeggen.
Gelukkig hebben zij geen dankjewel
nodig. En ook geen voorwoord.
En geen nawoord.
En geen belangrijke citaten.
Zij zijn het die wanneer nodig
de was uit je oren pulken
je ogen aan focus helpen
je voeten uitsmeren
over de begane grond
Sinaasappel
Je bent ook een stuk fruit
dat ik van de schaal pluk
jonge mooie man.
Vrolijk en wel schil ik
de sinaasappel
waar ik je voor aanzie
Reis naar de maan
Het getrappel van de kleine
is als een reis naar de maan.
Wie kan dit overkomen?
Een en een is drie
ik begrijp dat nu volkomen.
Ik, wij, levenmakers staren
naar de grens van het bestaan.
Bomvol lichaam
klaar voor de worp gelijk
de grootste stap
door mensheid ooit gedaan
Dat ze nooit meer
Ik heb mijn borsten verteld
dat ze nooit meer
gestreeld zouden worden
door jouw handen
en verdrietig dat ze waren!
Ze hebben gehuild de hele avond
ik heb ze getroost de hele avond
deed grote beloften
dat er weer een nieuwe jij
zou komen
met handen als kolenschoppen
een mond als een anemoon.
Het mocht niet baten.
Mijn borsten bleven huilen
en als ik niet heel erg boos op ze
was geworden
dan huilden ze nu nog
Gezamenlijk financiële zelfmoord
We pleegden gezamenlijk financiële zelfmoord.
Hingen onze aandelen aan de hoogste boom.
Namen twintig aspirines.
Legden onze aspiraties in de magnetron.
We droegen ons verlies met hoge ruggen.
En dikke staarten.
We bliezen naar de belastingbetaler.
De suffige nuffige saaie spaarder.
Wat doe jij hier?
Wat doe jij hier?
En waarom regent het zo?
Wat doe jij hier
met volledige vuisten
in mijn volledige kamer?
Dat ik niet door je heen kijk
is een grote genade.
En nu?
Moet ik in mijn overvolle hart
een plaats vrijmaken
om jou te parkeren?
Moet ik dagelijks
voor jou bidden?
Moet ik duizend en een
denkbeeldige rondjes gaan wandelen
rondom jouw
vervelende graf?
Jan ziet Piet
Jan ziet Piet
Piet zwaait met zijn vrije hand
naar Jan, in de andere hand
heeft hij een boortol
Jan geeft Piet
een vriendschappelijke klop
op zijn schouder
Piet vraagt aan Jan hoe
het met Mien gaat
Jan vraagt aan Piet
heeft Marie nog last van d’r
jeweetwel en op een bepaalde
manier stralend
gaan Jan en Piet
uit elkaar
Plukje van mijn haar
Je pakt een plukje van mijn haar
een klein plukje maar
en dat plukje in jouw handen
wordt een ander plukje
het wordt meer dan haar.
En terwijl je plukt
plukken mijn tanden
aan jouw handen
ik wil jou ook
met huid en haar.
Mijn huid en jouw handen
mijn handen tussen jouw tanden
onze haren bij elkaar
een innig plukken
maakt zich van ons meester
we raken elkaar aan
Met stopverf
Nou, ik zal je niet
met stopverf vergelijken
zoals je daar zit in je stoel
met je benen over elkaar
je armen om de krant.
Ik loop in leuke jurkjes voorbij
met kopjes en schotels, ik heb ook
nieuwe tanden geprobeerd.
Stopverf drinkt
af en toe een slokje koffie
een hoorbaar slokje
dringt de stilte binnen
Met heel mijn adem
Met heel mijn adem ben ik bij je
uit en in
in iedere adem een verhaal
een verhaal van lucht
vermengd met liefde
werveling van dien.
Men zegt dat men een lief
in een lief kan zien, welnu
ik haal jou
bij elke ademhaling binnen
je troubadourt in mij
je bent aan mij te zien.
Voor wie jou niet ziet
zal ik praten
voor wie jou niet hoort
zal ik zingen.
En in de avond ga ik zitten
hoor het geheimzinnig geneurie
het heel zachte kloppen
van ritme in mijn buik
Vandaag heb ik je ten huwelijk gevraagd
Vandaag heb ik je ten huwelijk gevraagd
ik arresteer je, til je op mijn schouders
stel je tentoon aan mijn getuigen.
Ik sleep je voor de ambtenaar
laat je je handtekening zetten
mij een ring door de neus boren.
Familie een diner, je zult me
op handen en voeten
door het huis heen slepen.
Voorts zullen we oud worden, samen.
Let wel: we willen gelukkig worden.
Ik zweer dat we gelukkig willen worden
Even hield ik je
Even hield ik je
in mijn armen omklemd
tussen slapen en waken
een enkel moment
en laatste dagen
ik had niet geteld
wilde met jou
door de dageraad rollen
naar een vreemd en ander
paradijs
maar wakker snel
ik wil nog niet sterven
want ook met jou,
het verhaal is
nog lang niet verteld
Opdat men mij
Ik wou zo graag.
Opdat men mij een gemoedelijk
mens zou vinden
werd ik plantaardig.
Opdat ik snelheid zou ontwikkelen
reed ik op een fiets.
Ik wou zo graag.
Ik wilde dat ik smelten kon
en kon doen smelten
dus ik smolt de hele wereld
tot geklaarde boter
De dappere man en de neuroot
De dappere man
die met de neuroot wil zwemmen.
Hou je hart maar vast, dappere man
de neuroot gáát zwemmen.
Dappere man
redt neuroot voortdurend.
Neuroot slaat
dappere man om de oren.
Dappere geduldige man
meet zich grofmazig filter aan.
Neuroot broedt een groot
welwillend bommetje uit.
Beiden functioneren
naar behoren.
Dus zo zie je maar weer:
neuroten en dappere mannen
kunnen wél samen!
Waar ik
Waar ik met donkere potloden
taferelen schilder
hij strijkt ze weg.
Besmet me! besmet me!
met je brutale leven.
Ik zou me naar het licht
kunnen verplaatsen
van mijn hart
een zitkuil maken.
Jij moet zoals de zon in een bloem
bij mij een zoen achterlaten