Jolanda Prinsen, Beweger Wind, Kassel, 2018

Jolanda Prinsen, Beweger Wind, Kassel, 2018

Jolanda Prinsen, Beweger Wind, Kassel, 2018

Jolanda Prinsen, Beweger Wind, Kassel, 2018

Jolanda Prinsen, Beweger Wind, Kassel, 2018

Zelfspelende bas naar Kassel

Jaap Timmers

Haarlem ✱ ’Le Violon d’Ingres’ heet de zelfspelende contrabas van Jolanda Prinsen. De sculptuur is uitverkoren voor de internationale windkunsttentoonstelling ’Beweg- ter Wind’ volgende maand nabij de Duitse stad Kassel. Aan het evene- ment doen kunstenaars mee uit 35 landen.
Het twee meter hoge houten object van Jolanda Prinsen is draaibaar en wordt aangedreven door de wind. Denk aan een windmolen waarbij de snaren langs een plectrum strijken.

Voor de Haarlemse kunstenares is het instrument een levenswerk. De eerste versie ontstond in 1983, vertelt ze, en het is vele malen herbouwd.
Ze was aanvankelijk niet van plan mee te doen aan het Duitse avontuur. Kunstenaars worden er niet betaald voor hun presentatie, dat stond haar tegen, ze moet alles zelf bekostigen of zich laten sponsoren. Een vriend haalde haar over alsnog deel te nemen. Volgende maand rijdt ze haar ’violon’ per auto naar Kassel.
Aardig karwei Het is een imposant gevaarte, ze maakte hem demontabel om hem gemakkelijker te kunnen vervoeren. Dat is nog een aardig karwei. De houten delen worden stuk voor stuk losgemaakt en de snaren afgespannen. De strijkstok laat ze thuis. Met deze stok kan de kunstenares eigenhandig haar ’bas’ bespelen. Ze ziet het echter niet zitten om de strijkstok onbewaakt in het Kasseler park achter te laten.

Jolanda Prinsen heeft een sterke persoonlijke band met haar creatie. „Mijn vader was contrabassist. Er was altijd muziek bij ons thuis. Hij verlangde naar dat instrument. Toen hij overleed miste ik het geluid enorm. Daarom bedacht ik een instrument dat zichzelf bespeelt. Het is een sculptuur, een kruising tussen een beeld en een instrument. Ik vind hem zo leuk, hij dekt zoveel dingen.” Kunstkenners sloegen lustig aan het interpreteren. De ’violon’ is feministisch genoemd, gegeven de kooiconstructie die de man zou temmen. „Ja daag”, wijst Jolanda Prinsen het voorstel af. „De ziel van de bas zou ik hebben opgesloten in een korset ofzo. Ik heb dat altijd bestreden.”
Haar favoriete kunsthistorische kijk op haar werk is van vakgenote Cornelieke Lagerwaard.

Zij legde een verband met de Franse schilder Jean Auguste Dominque Ingres en de Amerikaanse fotograaf Man Ray. ’De baadster’ (1808) heet het schilderij van Ingres waarop Lagerwaard doelt. Zijn befaamde naakt, gezien op de rug, hangt in het Louvre en is een klassieker in de kunsthistorie.
Een eeuw later boduurde Man Ray erop voort. Hij fotografeerde zijn model Kiki eveneens naakt en plaatste op haar rug twee f-vormige klankgaten. Alles draait om adoratie. Prinsen: „Het verlangen van Man Ray was om Kiki te veroveren.”

Het geluid dat de ’violon’ van Prinsen voortbrengt is geen concertmuziek, integendeel. Het draaiende mechaniek levert random muziek op, al naar gelang de wind waait. „Er komt maar een heel klein beetje geluid uit.” Ze lacht. „Het is een zwaar object, dat niet door een deur past, een onmogelijke olifant eigenlijk. Uit mijn kleine viooltje komt veel meer geluid. Hij stond eens in het Bonnefantenmuseum in Maastricht, toen heb ik het geluid met apparatuur laten versterken.”
Jolanda Prinsen was bereid haar ’bas’ af te staan aan de Philharmonie. Dat aanbod werd afgeslagen, waarna ze besloot de ’Violon d’Ingres’ in bezit te houden.

Bewegter Wind, 19 augustus t/m 2 september, Habichtswald en Zierenberg, westelijk van Kassel, 549 kunst- werken op 29 locaties, met windobjecten, installaties, performances en video’s. Inclusief kunstwedstrijd.

 

Jolanda Prinsen, Beweger Wind, Kassel, 2018